Kapot

Zoon is nogal onder de indruk van dingen die “kapot” zijn.
Niet dat hij het erg vindt (of toch niet in de meeste gevallen), maar hij blijft wel tot in het oneindige herhalen dat de dingen kapot zijn. Laat ik een voorbeeldje geven…

U herinnert zich nog zijn puzzelboekje. Dat ding moest elke dag mee naar de creche. Onvermijdelijk kreeg ik het puzzelboekje op een avond terug met 1 kapot puzzelstukje. Het geheel past nog, maar er is een stukje van de tekening verdwenen. Ik probeer hiervan gebruik te maken door hem een wijze les te leren: als je dingen meeneemt naar de creche, gaan andere kindjes er ook mee spelen en dan kan het kapot gaan…
“Kapooo”, was wat Zoon ervan onthield.
“Kapooo… kapooo… Manon!” (Manon is een kindje/vriendinnetje in de creche)
“Manon? Heeft Manon de puzzel kapot gemaakt?” (helemaal niet verwijtend bedoeld, gewoon een poging om te begrijpen wat hij zegt)
“Manon! Kapooo!”
En sindsdien, elke keer hij de puzzel ziet: “Manon!”
En elke keer hij Manon hoort: “Kapooo!”
En misschien heeft Manon er zelfs helemaal niks mee te maken, misschien heb ik hem op dat idee gebracht door hem verkeerd te begrijpen :-)

Een ander voorbeeldje:
Hij is dol van een paar clowns op tv, en we hebben daar ook een boekje van. Nu was er onlangs een aflevering waarin 1 van de clowns een vaas laat vallen. U raadt het al: “kapooo!”.
Wij nemen die dingen op, dus hij heeft die aflevering ondertussen al ontelbaar keer gezien.
En een paar dagen geleden was hij in zijn boekje van die clowns aan het kijken, en bij 1 clown wees hij altijd “kapooo!”. Maar die clown, of het boekje, zag er niet kapot uit, dus ik zei dat het helemaal niet kapot was. Maar Zoon bleef bij zijn standpunt.
Tot ik uiteindelijk ook de link legde: jaha, da’s de clown die de vaas laat vallen!

Een boterham of koek waar hij een stukje heeft afgebeten is ook altijd kapot, maar we zijn ondertussen al zo ver dat hij de kapotte boterham of koek toch wel verder wil opeten. Er zijn tijden geweest dat hij de koek dan doodleuk in de vuilbak ging gooien en een nieuwe vroeg.

Wikken en wegen

De 4-stukken-puzzels uit zijn boekje kan hij ondertussen maken, dat stadium is hij weer gepasseerd.

Deze week herontdekt hij zijn “oud” speelgoed.
De avond thuis is maar kort voor Zoon. Hij moet er ’s morgens vroeg uit (iets na 6u), dus proberen we hem ’s avonds er ook niet te laat in te steken (streefdoel: 19u). Maar als het verkeer wat tegenzit, dan ben ik pas om 18u met hem thuis. En dan moeten wij nog eten, Zoon nog melk drinken en zijn pijama aandoen.
En dat allemaal nádat hij zijn tv-figuurtjes heeft gezien: Kaatje, Bumba, Dobus… en soms nog Mickey Mouse.
Als wij dan de tv uitzetten en zeggen dat het bijna slaaptijd is, dan ziet hij ineens zijn speelgoedjes staan. En dan wil hij nog met zijn blokken spelen, en met de auto’s, en met de bal, en kleuren, en en en…
En zelfs als hij in de living uitgespeeld is en braaf mee naar zijn kamer gaat om te gaan slapen… ziet hij in zijn slaapkamer ook speelgoed staan (waar hij maanden niet naar om heeft gekeken) en wil daar graag absoluut nu direct mee spelen!

Hetzelfde kan zich ’s morgens voordoen. Nu zijn de ochtenden nogal strak gepland bij ons wegens te veel file als we niet op tijd de deur uitzijn. Sinds kort vertrekken wij dus elke dag met een goedgevulde herbruikbare zak van de delhaize vol spullen die Zoon op het laatste moment echt niet wil achterlaten.
Van zodra hij in de auto zit, kijkt hij niet meer om naar die speelgoedjes hoor. Die blijven letterlijk de hele dag gewoon in die zak zitten, tot we terug thuis zijn. Maar als hij ze niet zou mogen meenemen, zou hij enkel onder dwang en met veel kabaal vertrekken.

“Dat zou bij mij nie waar zijn!”, riep mijn zwangere vriendin.
“Jaja, wacht maar over een jaar…”, antwoordden 3 andere vriendinnen-met-peuters en ikzelf in koor :-)

6 weken post-operatie

Het gaat eigenlijk goed met de buik.
In dagdagelijkse omstandigheden merk ik er niks meer van. Als ik natuurlijk overal een beetje ga duwen, dan is er wel hier of daar een plekje dat daarop reageert. En de huid rondom het litteken voelt nog steeds wat verdoofd aan.

Ik pak Zoon ondertussen al af en toe terug op, hoewel ik probeer van het aantal keer toch te blijven beperken. Zowieso is hij ondertussen wel groot genoeg om niet meer de hele dag gepakt te worden :-)

Ik kan zitten-liggen-staan zoals ik wil, zonder ergens last van te hebben. Wat vooral inhoudt dat ik terug op mijn buik kan slapen :-) Verder doe ik nog geen zware of sportieve activiteiten.

En mijn buik heeft ook terug normale proporties aangenomen, want zo vlak na de operatie zag ik eruit alsof ik terug 6 maand zwanger of pas bevallen was!

En het belangrijkste: de originele pijn, die heb ik effectief niet meer gevoeld!

Overzicht van zijn 20ste maand

Het gaat ineens heel snel, Zoon leert zóveel bij!
Ik zet hem ’s morgens af in de creche en ’s avonds kent hij alweer 2 nieuwe woordjes. Die ik daarom niet noodzakelijk begrijp, maar hij heeft ze toch wel weer opgepikt.

Hij concentreert zich nu ook duidelijk op bepaalde vaardigheden en kan daar dan 1 of 2 weken elke dag mee bezig zijn.
Vorige week was het puzzelen. Hij heeft een puzzelboekje waar 5 puzzels van telkens 4 stukken instaan. Dat boekje ligt al sinds zijn geboorte bij zijn andere boekjes, maar vorige week kwam hij daar ineens mee aangedragen. Eerst gewoon om in te kijken. Maar tijdens het bladeren vallen die puzzels daar natuurlijk uit, en dan moest mama ze terug maken. Ik probeerde vervolgens op elk stukje iets te vinden waaraan hij kon herkennen waar het stukje moest komen (oor van konijntje, laarsjes van konijnje, zon, bloem, paraplu…), en al snel kon hij perfect aanwijzen waar elk stukje moest komen.
Langzaamaan probeerde hij ook af en toe zelf een stukje ineen te steken, meermaals gevolgd door stukjes die door het huis vlogen uit frustratie.
Ondertussen is er één puzzeltje waar hij 3 van de 4 stukjes alleen kan maken als hij echt wil. En de interesse begint nu wat te minderen.
Maar dat puzzelboekje gaat wel nog steeds elke dag mee in bed en mee naar de creche!

Vóór het puzzelboekje was hij heel hard bezig met woordjes. Toen deed hij niet liever dan in boekjes alles aanwijzen en luisteren naar het bijhorende woord, proberen uitspreken en dan eeuwig blijven herhalen. Hij heeft zelfs kaartjes met “mijn 100 eerste woordjes”, die toen mee in bed en naar de oppas moesten. En dan moest ik die 1 voor 1 voorhouden en dan zei hij het bijpassende woordje, en regelmatig stak ik er een paar nieuwe bij die hij dan bijleerde.
Ondertussen heeft hij de spelregels veranderd: hij zegt een woordje en ik moet het bijhorende kaartje zoeken. Niet zo simpel met 50 kaartjes!

Toen de woordjes in een bepaald boekje op waren, besloot papa hem kleuren te leren: paars en oranje.
Hij had die avond toevallig zijn paarse pijama aan, en papa vergeleek het paarse kleurpotlood met zijn paarse broek. Paars.
Ik dacht dat het daarvoor nog te vroeg zou zijn, maar de ochtend erop speelde Zoon met de kleurpotloden en hield onmiddellijk het paarse potlood tegen zijn paarse broek! Zou hij nu gewoon denken dat “paars” staat voor “broek”?
Later speelden we met mozaïekjes (kleine blokjes/pinnetjes die je op een rooster kan pinnen en zo figuurtjes vormen), en aangezien elk blokje “blok” noemt, begon ik ze ook maar met hun kleur te benoemen.
Ondertussen kent en hérkent hij heel vlot de kleuren paars, blauw, oranje en wit. Van rood en geel kan hij maar niet onthouden hoe het noemt.

Hij begrijpt ook heel veel:
“Mama kan je nu niet pakken, gaan we samen in de zetel zitten?”, en Zoon pakt mijn hand vast en we gaan samen naar de zetel.
“Papa komt je uit bed pakken, mama zal alvast beer-poes-kaatje-doek-puzzelboek meenemen. Nog even wachten he”, en Zoon wacht in stilte.
“Pak de kruk maar, dan kan je zelf op de grote stoel gaan zitten.”, en Zoon gaat zijn opstapje halen, mompelt ondertussen iets dat klinkt als “krk”, zet het naast de stoel en klimt erop.
En de meest indrukwekkende: “Kan jij zelf in de auto gaan zitten?”, en Zoon zette zijn knietje in de deuropening, ging rechtstaan in de deuropening, zette zijn knietje op het stukje zetel naast zijn autostoel, kroop verder in zijn autostoel en draaide zich in de autostoel zodat hij goed zat! En het enige wat ik deed was achter hem klaarstaan om hem op te vangen als hij zou uitschuiven. Ondertussen wil hij zelfs niet meer dat ik nog zo dicht sta!

Als hij niet wil meewerken met iets, is het vaak gemakkelijker om hem met het juiste argument te overtuigen:
“Beer is heel moe, die wilt graag met jou gaan slapen. Ga jij mee slapen met beer?”, en Zoon gaat mooi slapen.
“Gaan we je pijama aandoen?”, “Nee”, “Maar het is de PAARSE pijama”, “Paajs!”, en Zoon doet zijn pijama aan.
’s Morgens kan dat wel wat tegen ons gebruikt worden: “Kleertjes aandoen?”, wijst naar pijama, zegt “Paajs!” en weigert pijama uit te doen. En paarse t-shirts of broeken heeft hij niet :-( Paars wordt namelijk vaak gecombineerd met rose en hoort dus tot de meisjes-outfits… In zo’n gevallen, vooral op een doordeweekse dag waarop alles volgens een strak tijdschema moet gebeuren, wordt de pijama dan toch tegen zijn goesting uitgedaan en de kleertjes tegen zijn goesting aangedaan. En hoewel wij fysiek nog altijd de bovenhand hebben, kan hij toch wel heel gemeen elk stukje pijama hardnekkig vasthouden, op een onbewaakt moment terug zijn arm ín een juist uitgekregen pijamamouw wurmen, of uít een net aangekregen t-shirtmouw… Maar meestal geeft hij zijn protest na 1 kledingstuk wel op en prijzen wij daarna zijn medewerking de hemel in :-)

En als laatste wil ik u toch ook de opmerking van de creche niet onthouden:
“Is hij flink geweest vandaag?”
“Amaai nie! Zoon is altijd heel flink. Waren alle kindjes maar zoals hij…”
*fier over zoon*